De Wabo, een handleiding, pag. 4 home             terug naar pag. 3 naar pag. 5

de berekening van de dag waarop er een vergunning van rechtswege is ontstaan. NB: Aanvragen om een omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstand die vanaf 6 november 2023 zijn ingediend, kunnen niet meer tot een vergunning van rechtswege leiden. Dit houdt verband met de inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2024. De verlening van rechtswege geldt als een beschikking en treedt in werking na bekendmaking, maar de werking wordt opgeschort totdat de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift bedoeld in art. 6:7 Awb is verstreken of, indien bezwaar is gemaakt, op dit bezwaar is beslist (art. 6.1 lid 4 Wabo). Als dat nodig is, kan de gemeente echter bepalen dat de vergunning terstond na bekendmaking in werking treedt (art. 6.2 Wabo). De vergunninghouder kan de voorzieningenrechter van de rechtbank verzoeken de opschorting op te heffen. De gemeente moet de beschikking binnen twee weken nadat zij van rechtswege is gegeven bekend maken (art. 4:20c lid 1 Awb). Indien de gemeente dat niet heeft gedaan, is het mogelijk dat zij na een daarop volgende ingebrekestelling door de aanvrager een dwangsom verbeurt vanaf de dag dat twee weken zijn verstreken sinds die ingebrekestelling (art. 4:20d Awb). De dwangsom wordt berekend overeenkomstig art. 4:17 leden 1 en 2 Awb. De dwangsom bedraagt de eerste veertien dagen € 23 per dag, de daaropvolgende veertien dagen € 35 per dag en de resterende veertien dagen € 45 per dag. De gemeente moet bij de bekendmaking van de van rechtswege verleende vergunning wel voorschriften aan de vergunning verbinden als dit nodig is om ernstige nadelige gevolgen voor de fysieke leefomgeving te voorkomen, of, voor zover zodanige gevolgen niet kunnen worden voorkomen, deze zoveel mogelijk te beperken (art. 2.31 lid 1 onder c Wabo). Als de kap van de houtopstand ontoelaatbaar ernstige nadelige gevolgen voor de fysieke leefomgeving heeft of dreigt te hebben en het stellen van voorschriften daarvoor redelijkerwijs geen oplossing biedt, moet de gemeente de van rechtswege verleende vergunning zelfs intrekken (art. 2.33 lid 1 onder e Wabo). Er zijn dus wel veiligheidskleppen ingebouwd. De gemeente kan aan een verlening van rechtswege ontkomen door binnen de beslistermijn negatief op de aanvraag te beslissen. De aanvrager zal dan waarschijnlijk bezwaar instellen en dat geeft de gemeente meer tijd. In de bezwaarfase kan geen vergunning van rechtswege ontstaan. Het is echter niet de bedoeling dat deze truc wordt toegepast, zie Kamerstukken II 2006/07, 30 844, nr. 8, p. 19-20.

Reguliere voorbereidingsprocedure: bekendmaking aanvraag en beschikking; zienswijzen
Bij de uniforme openbare voorbereidingsprocedure behoeft de aanvraag niet bekend te worden gemaakt. De wet verplicht slechts tot kennisgeving van een ontwerpbesluit (art. 3:11 en 3:12 Awb). Bij de reguliere voorbereidings-

 

procedure worden zowel de aanvraag als de vergunning bekendgemaakt op de in artikel 12 Bekendmakingswet bepaalde wijze (art. 3.8 en 3.9 lid 1 Wabo). Dit betekent dat een kennisgeving op internet moet worden gedaan. Van de aanvraag moet onverwijld kennis worden gegeven. De datum van ontvangst van de aanvraag moet worden vermeld. Van de vergunning moet tegelijkertijd met of zo spoedig mogelijk na de bekendmaking mededeling worden gedaan op dezelfde wijze waarop kennis is gegeven van de aanvraag, dus op internet. Het is niet verplicht daarbij de datum van bekendmaking (verzending) van de vergunning te vermelden. Deze datum is echter wel van belang voor de aanvang van de bezwaartermijn. Zie hierover pag. 15 onder het kopje "Verschoonbare overschrijding van de bezwaartermijn".

In art. 4:8 Awb staat dat de gemeente een belanghebbende die naar verwachting bedenkingen zal hebben, in de gelegenheid moet stellen een zienswijze naar voren te brengen voordat de beschikking wordt gegeven. De gemeente is vrij in het bepalen van een termijn voor het indienen van de zienswijzen. In Amsterdam wordt bij de kennisgeving van de aanvragen alleen gewezen op de mogelijkheid van bezwaar maken nadat het besluit kenbaar is gemaakt of, bij een uitgebreide procedure, het indienen van zienswijzen vanaf het moment dat de ontwerpbeschikking is gepubliceerd. Ook wordt gewezen op het telefoonnummer 14020 voor eventuele vragen. Vroeger verleenden de stadsdelen de vergunningen In stadsdelen Centrum en West kon een ieder gedurende twee weken na publicatie van de aanvraag zijn zienswijze geven. Stadsdelen Oost en Noord boden de mogelijkheid tot inzage op afspraak. Stadsdeel Zuid volstond met de vermelding dat de aanvraag niet ter inzage ligt. De centrale stad vermeldde dat de aanvraag niet ter inzage ligt en dat niet kan worden gereageerd.
De gemeente kan er ook voor kiezen de aanvraag niet ter inzage te leggen en het indienen van zienswijzen pas mogelijk te maken als de ontwerpbeschikking ter inzage ligt. De centrale stad deed dat vroeger.

Wanneer is verzuimd om een zienswijze met betrekking tot de aanvraag of de ontwerpbeschikking naar voren te brengen, heeft dat bij de reguliere voorbereidingsprocedure geen gevolgen voor de mogelijkheid om een bezwaarschrift tegen de vergunning in te dienen. Dat kan nog wel.